Vooronderzoek, afweging en strategie
Het bepalen of bodemvriendelijke natuurherstel op voormalige landbouwgrond een kans van slagen heeft, is vaak niet eenvoudig. De grote fosfaatvoorraad in de bovengrond, de voortdurende depositie van stikstof, de beperkte zaadbank en het ontbreken van bronpopulaties doelsoorten in de directe omgeving zijn vaak obstakels voor een voorspoedig herstel van de natuur. Daarom is het van groot belang een grondig vooronderzoek te doen. Op basis hiervan kan een afweging van inrichtings- en herstelmaatregelen plaatsvinden en een strategie bepaald worden hoe natuurdoelen behaald kunnen worden in relatie tot de ontwikkeling en herstel van de bodemeigenschappen. Het volgende afwegingsschema kan gebruikt worden:
Vooronderzoek
Het vooronderzoek bestaat uit:
- Gebiedsgrenzen en natuurdoelen vaststellen
- Uitvoeren landschapsecologische systeemanalyse (LESA)
Gebiedsgrenzen
In het algemeen wordt onderscheid gemaakt in stroomgebiedsniveau (regionaal) en standplaatsniveau (lokaal). Een misvatting is om te beginnen op standplaatsniveau en te snel aan herstelmaatregelen te denken. De ervaring heeft geleerd dat deze maatregelen achteraf vaak niet blijken te werken. Start eerst met een bureaustudie op regionaal niveau! Dit kan vaak al binnen enkele dagen af zijn. Deze regionale gebiedsanalyse levert inzicht op in de positionele relaties, zoals waar grondwater kan op kwellen en waar het vandaan komt. Het onderzoek op standplaatsniveau kost vaak veel meer tijd, omdat in de meeste gevallen aanvullend veldonderzoek uitgevoerd dient worden. (Daan Besselink 2017)
Natuurdoelen
Natura 2000
Provinciale natuurdoelen
Landschapsecologische systeemanalyse (LESA)
Strategie
Module 1: inbedding van de landschapsecologische positie en functie van het projectgebied in het landschap. Het is belangrijk om de landschappelijke context en de landschapsgeschiedenis.
Module 2: omgang met cultuurhistorische en archeologische waarden.
Module 3: omgang met lokaal reliëf en waterhuishouding.
Module 4: keuze van herstelmaatregel
Module 5: geeft een algemeen overzicht welke type gegevens nodig kunnen zijn bij het opstellen van een inrichtingsplan.
Afweging maatregelen
- Indien er bezwaren tegen deze civieltechnische maatregelen zijn vanuit de ecologie, bodemkunde, cultuurhistorie, archeologie en/of hydrologie.
- Als aanvullende maatregelen in het herstel van de (bodem-)ecologie. Een voorbeeld hiervan is bodemtransplantatie, een veelbelovende techniek die NIOO-KNAW heeft ontwikkeld in samenwerking met Natuurmonumenten.
De handreiking is beschikbaar op www.natuurkennis.nl.